Het Maasdorp Elen vormt het idyllische decor van de onbezorgde jeugdjaren van Bart (°1963), Peter (°1964), Dirk (°1966) en Greet (°1984) Ramakers. Het is hier dat opa Hubert vanaf 1961 zijn carrière uitbouwt, van onderwijzer tot inspecteur van het basisonderwijs, later schepen, OCMW-voorzitter en burgemeester van de fusiegemeente Dilsen-Stokkem, voorzitter van de kerkfabriek Sint-Pieter. Het is hier dat Odilia en hij hun vredige oude dag doorbrengen.

Grootheid en roem?

In krantenartikels over de inhuldiging van het nieuwe gemeentehuis van Elen in 1967 verwijst burgemeester Lyben naar de grootheid en roem van Elense mannen en namen, waar de huidige Elenaren zich waardige afstammelingen van tonen.

Enkele jaren eerder had ene L. Briers zich nochtans vrij laatdunkend uitgelaten over dit dorp waar men echt moet willen zijn of men rijdt er langs bij gebrek aan merkwaardigheden.

Ook de 20ste eeuwse krantenberichten samengesprokkeld door A. Habets vermelden weinig roemrijke feiten of namen: vrijwel alle artikels gaan over de voetbalploeg, de schutterijen, de harmonie, de hobbytentoonstelling of het jubileum van deze of gene vereniging (vrijwel altijd gevierd in de parochiezaal). Dit alles heeft ons gesterkt in ons voornemen om tijdens lange donkere winteravonden op zoek te gaan naar die grote mannen en namen in de werken van Henri Van de Weerd en Jozef Coenen, twee kanunniken en geschiedvorsers uit Elense aarde ontsproten, en in het tijdschrift “de Gouden Sleutel” van de heemkundige kring, waar Raymond Driessen menig artikel over aspecten van deze roemrijke geschiedenis voor het nageslacht en de eeuwigheid heeft bewaard. Op de volgende pagina’s vind je een eerste bondige neerslag van onze (als altijd fragmentarische) bevindingen.

[krantenartikels hierboven uit de bundelingen krantenknipsels van A. Habets, “Elen in herinnering”, hoofdzakelijk uit het Belang van Limburg]

Grote Elenaren

In deze tijden van WOKE moeten we met de nodige voorzichtigheid over concepten als “grote Elenaren” spreken. Vijftig jaar geleden zou het antwoord simpel zijn: een aantal bewoners van Sipernau tiens, van in de prille middeleeuwen tot nu, en wie weet ook wat burgervaders en leden van de schutterij, en hier en daar een dappere pastoor, en dan de geschiedvorsers natuurlijk, Jozef Coenen, maar ook Hubert en Henri Van de Weerd, de één professor en de ander kanunnik, en dan zouden we we ongeveer rond zijn. Wahhabi Abdelkader de bokser moest toen zijn lauwerkransen nog verdienen, en Lucien Reyners, de autopiloot, stond net in de schijnwerpers. Maar heden ten dage, anno 2021, rijzen dan nieuwe vragen: waar zijn de dames in dit verhaal? Juffrouw Cecile Roebroeck, ja, de eerste vrouwelijke studente van de K.U.Leuven en apothekeres in Eisden, en zuster Julie Beck, bij wie zowat heel Elen op de schoolbanken heeft gezeten… en dan? Raymond Driessen heeft ongelooflijk veel werk verzet om uit alle archieven details over het leven van de gewone mens naar boven te halen, mannen en vrouwen, vermogenden en onvermogenden, wie weet moeten we daar de echte helden van de Elense geschiedenis zoeken.

Theodore Hyacinthe Hubert Olislagers de Sipernau, traditionele kandidaat voor Grote Elenaar, 1787-1861.

Vrome Vreigeleirs?

Stonden de Mechelaren bekend als stecheleire (twistzoekers), die van Eisden als bosbeire of kiezelbeire (bosberen of kiezelb(o)eren), die van Opgrimbie als voel Spanjaarde (vuile Spanjaarden), die van Vucht als Judden (joden) en die van Boorsem als Judassen, die van Meeswijk als briggelhanen en die van Leut als korenmussen, die van Elen werden vreigeleirs genoemd, betweters, twistzoekers. Altijd beter dan de moderlapisse van Rotem of de zotten van Dilsen, nietwaar?

Pastoor Coenaerts schreef in 1624 over de hem toevertrouwde Elense schaapjes: “menschen met goeden geest en inborst, eenvoudig, werkzaam, voordeelzoekend, op tijd en plaats sterk in de wapens”, aldus Henri Van de Weerd. En pas op, tijd en gelegenheid om de wapens boven te halen was er regelmatig tijdens de godsdiensttroebelen die ook Elen troffen, toen Spaanse, Duitse en Hollandse legers plunderend rondtrokken. Dat Elen een oversteekplaats op de Maas was en aan de Heerbaan lag, droeg bij tot het onheil. In 1567 trok Willem De Zwijger bijvoorbeeld met 25.000 soldaten de Maas over, en Napoleon passeerde er met zijn leger op weg naar Rusland! In 1576 namen plunderende soldaten dan weer de van Elen afkomstige pastoor Hermanus Freyen gevangen, en in 1589 de kasteelheer van Sipernau. De pastoor wist tweemaal te ontsnappen, en heeft tijdens zijn bewind de pastorie maar liefst twee keer in as zien leggen, maar dankzij zijn vasthoudendheid is Elen aan alle Calvinistische invloed ontsnapt. Henri Van de Weerd is er heel trots op te kunnen vermelden dat er in Elen nauwelijks onwettige kinderen waren en dat de statuten van de schutterij bewijzen dat somtijds geheel het dorp in de week de mis bijwoonde en dat er geen sprake van was om zich des zondags voor het lof of de vespers te vermaken. [Geschiedenis van Eelen, p. 125 en 132]

Jacques Callot, le pillage d’une ferme, 1633.
Les grandes misères de la Guerre, Jacques Callot 1633.
Les grandes misères de la Guerre, Jacques Callot 1633.

Toch is het maar de vraag of die van Elen zoveel braver waren dan die van omliggende gemeentes. Raymond Driessen verhaalt hoe voornoemde pastoor Hermanus Freyen zijn zwager in 1579 met een stoel aanvalt tijdens een geschil over het gebruik van een schaapstalling, en hem daarbij uiteindelijk zelfs met een riek verwondt. [bron: Raymond Driessen, Umb die hoffreijsz… in Limburg-HOVL, 2008 nr. 1, p. 20] En in de zomer van 1643 stond Elen in rep en roer toen een jonge weduwe met vrij losse zeden de aanleiding was van een moord uit jaloezie. [Raymond Driessen, Een doodslag in Elen in 1643, Limburg-HOLVL 2013, nr. 2, p. 104] Op Pinkstermaandag 1775 zou de Elense Pastoor Godfried Meulenbergh zich na het koningschieten in de herberg van Winand Simonon “vennaeckt” hebben en “met twee diffirente vrouwpersonen uijt Elen… met elcke drij dansen in volle compagnie gedanst” hebben, na zowel bier als brandewijn genuttigd te hebben, “ende beschoncken” te zijn geweest. [Raymond Driessen in De Gouden Sleutel, jg 36 nr. 4] Laten we het er dus op houden dat Van de Weerd zijn verhaal wat al te stichtelijk heeft willen vertellen ter leering van zijn lezers.

David Vinckboons (1576-1632), Boerenvruegd: boeren nemen wraak op huurlingen.

Bekende Elenaren

De bekende Limburgse orgelbouwersfamilie Van Elen was afkomstig uit het dorp Elen, waarvandaan zij rond 1420 naar Maas­tricht was getrokken. Zij ontleenden hun familienaam ongetwijfeld direct aan het dorp (toponiem). Naar een van de drie orgel­bou­wers An­thonie (werkzaam c. 1424-38), Adam (werkzaam c. 1445-1455) en Jo­han van Elen (werkzaam c. 1480) is een straat vernoemd in Maastricht: de Antoon van Elenstraat. [bron: elen.nl/herkomst]