Hier volgen wat losse anecdotes, bijeengeraapt uit de herinneringen van opa en oma, uit de Gouden Sleutel (tijdschrift van de Heemkundige Kring van Elen), Elen City enz. De bedoeling is geenszins een volledig beeld te schetsen, als we een eerste indruk kunnen geven zijn we voorlopig tevreden!

Het gemeentebestuur

De gemeente in Elen bestond uit de burgemeester, 3 schepenen en een paar gemeenteraadsleden. Op het gemeentehuis had je 1 bediende, dat was de secretaris. Daarnaast nog een paar werkmensen in buitendienst, en een veldwachter (de “boy”). In de jaren 1960 was dat Volbracht, die was nog van de oude stempel. Toen hij met pensioen ging is Teuwen gekomen. Veldwachter was een officieel statuut, maar een heel ander dan politieagent. Politiekorpsen had je in die tijd nog niet in de dorpen, dat kwam pas na de fusie van de gemeenten. De veldwachter moest het veldwetboek controleren, dat week iets af van het gewone wetboek. Daarnaast deed hij dienst als bode voor de gemeenteraad en dergelijke.

Intrede van de Sint in de late jaren ’60, toen Zwarte Pieten nog het resultaat waren van veel schoensmeer. Op de foto onder meer Heusen Jaak, Teuwen Nelly, Henckens Alice, Vranken Henri, Schabon Lies, Opdenakker Jan, Van Praet, Veldwachter Teuwen, Schols Margriet, Calsuis Monique en Calsuis Jeanine. Op de gevel twee reclamepanelen voor verf. De fruitkist op het wagentje is gestempeld “Coenen-Roebroek Elen”. Op de achtergrond het nieuwe gemeentehuis en helemaal rechts het vaandel van de harmonie.

Voor ongelukken en criminaliteit had je in die tijd de Rijkswacht (de gendarmerie). Elen was afhankelijk van de Rijkswacht in Maaseik. Dilsen en Stokkem hadden een eigen gendarmerie in Lanklaar. De gendarmen kwamen op de fiets, die hadden geen auto’s in die tijd. Dus criminelen die een auto hadden, waren de Rijkswacht altijd te slim af! Maar in de jaren 1960 begonnen de auto’s overal op te komen, toen was dat gedaan.

Verenigingsleven

Harmonie Sint Cecilia bestaat in Elen al ontzettend lang, van in 1896 als opa zich niet vergist. Die zijn gegroeid vanuit het zangkoor. En de voetbalclub natuurlijk, Standard Elen. Je had ook nog de schutterij, Sint Pieter, die voor het eerst vermeld wordt in 1580 maar allicht nog ouder is. Ergens in de jaren 1950 is daarin een scheuring ontstaan en is dat opgesplitst in de oude en de jonge schutterij. De jonge schutterij dat was “De Lange Jan” of “De Dikke Jan”, die hadden hun clublokaal in café De Kroon tegenover de kerk. De oude schutterij is recent na meer dan 400 jaar opgehouden te bestaan. En dan had je natuurlijk nog de normale verenigingen: de Boerinnenbond, KVLV, … De ziekenkas had ook een bode in Elen, dat was bij “Lèèn” in de Langstraat naast de parochiezaal.

Foto genomen bij de oprichting van Harmonie Sint-Cecilia Elen in 1898 (digitaal archief Het Huis van Alijn, Gent). Op het vaandel prijkt het jaartal 1896. Later werd er een wapenschild van de gemeente Elen onderaan dat jaartal toegevoegd. De foto is vermoedelijk genomen voor het schoolhuis van Elen (gebouwd ca. 1880).

Elen in de jaren ’60: middenstand

Het kruispunt in Elen, met balzaal Manuela annex café en frituur van Pep. Op de hoek huisde een schoenmaker.

In Elen had je wel een paar café’s in die tijd. Eéntje ervan overleefde de jaren ’60 nauwelijks: dat was oorspronkelijk café met balzaal van de familie Lejeune-Coenen (“Marta van Toen”) op de Steenweg, vlak voor het kruispunt. Het was in dat café dat burgemeester Karel Lyben vanaf 10u ’s ochtends zitting hield, het was daar dat de boy (veldwachter) hem de stukken ter ondertekening kwam brengen, iets wat natuurlijk met enig gerstenat moest worden beloond. Maar niet alleen de burgemeester voelde zich er thuis. Het kruispunt (het Eijnd) was ook een geliefde pleisterplek voor hangjongeren. Later nam Pep, een Italiaan die in Vucht woonde, het café met de balzaal “Manuela” over en richtte hij ernaast ook een frituur in. Dat Pep enkele flinke dochters had zal zeker meegespeeld hebben in de populariteit van het etablissement, maar toen de verbredingswerken aan de steenweg vanuit Dilsen begin jaren ’70 steeds dichterbij kwamen en dancing Manuela moest verdwijnen, werd het tijd om te verkassen naar Café Heymans, aldus André Verheyen in zijn café-kroniek (zie hieronder).

Links café Heymans, in het midden Jebèrke.

Heymans, links naast Jebèrke (in de Langstraat) was een begrip in Elen, en de familie Heymans had een overdekte kegelbaan naast het huis. In dat café werd dus niet alleen gekaart maar ook gekegeld (de ballen zijn nu ondergebracht in de kelders van de Geschied- en Heemkundige Kring). Dat waren maar enkele van de sporten die je er kon beoefenen; zo waren er tot in de jaren ’50 ook bijvoorbeeld de hanenzangwedstrijden (“hanekreije”). [De Gouden Sleutel jg. 36 nr. 4] Volgens Dirk, die lang met bakker Creemers (“het Creemerke”) de ronde deed, heeft Lis (Alice) Heymans daar nog een tijdje (in besloten kring) getapt tot in de jaren ’80, maar het café was eigenlijk al gesloten van in 1979. Het huis is intussen verkocht en afgebroken om plaats te maken voor een nieuwbouw. In De Gouden Sleutel 1998-99 haalt André Verheyen heel wat amusante anecdotes over het café bij Heymans op.

Aan de kerk had je nog een café, oorspronkelijk ook smidse “In de Goude Ster” (later Casino genoemd maar nu weer In de Goude Ster). Daarnaast ligt boerderij het Lemke, van de familie Deckers. De Goude Ster was smidse met daarnaast café, dat was behoorlijk drukbezocht. Tegenover de kerk had je dan nog café De Kroon. Dat was het eigenlijk.

Neen wacht eens, er was ook nog café bij Schols in de Dorpstraat. Dat lag eindje terug van de parochiezaal richting de Steenweg, daarnaast had je slagerij Schols (pand bestaat nog). Dat waren twee broers, de één had winkel en de ander café. Het café organiseerde elk jaar wielerkoers in het dorp, daar moeten nog foto’s van zijn.

De oorspronkelijke winkel Broens,
tegenover het Gemeentehuis in de Langstraat.
René Brouns en echtgenote.

Supermarkten bestonden in de jaren ’60 nauwelijks. De winkels in het dorp kon je op één hand tellen. René Broens had een kleine winkel, aanvankelijk nog tegenover de gemeenteschool. Daar hield hij winkel naast zijn boerderij. Later heeft hij nieuw gebouwd naast de nieuwe school, in de Langstraat. Dat was een redelijk moderne superette eigenlijk, zeker in vergelijking met de andere winkels in het dorp. Tegenwoordig is het een Spar. De familie Vrancken heeft toen zijn oude winkel overgenomen.

Koers bij de verkiezing van de Maasfee (1965). Op de achtergrond de winkel van Margriet Schols in de Kerkstraat.

En in het dorp, bij de kerk had je nog (Mar)Grit Schols met haar rijkgevuld winkeltje. In de tijd van Greet (jaren ’90) was dat een stokoud vrouwtje, haar winkel in voedingswaren was ingekrompen tot een snoepwinkeltje. Met de Chiro gingen ze daar op zondag al eens snoep kopen, maar op het laatst was al die snoep muf of steenhard geworden, en dan gingen ze uiteindelijk uit arren moede maar naar de bakker in de Langstraat, bij de kruising met de Kropstraat om snoep – daar staat nu een broodautomaat. Bart herinnert zich ook nog een andere winkel, bij Reuten (maar in Elen zei iedereen “Ruiten”). Dat was eigenlijk een koffiebranderij en groothandel in voedingswaren, maar particulieren konden daar ook terecht.

Jean-Hubert Hilven (Hubèrke) bij de Gouden Bruiloft Nies-Bokken, 1990, deze keer niet met zijn echtgenote maar met Mia Creemers, de zus van ’t bèkkerke Henri Creemers. Met dank aan Piet Gonnissen van de GHK Elen.

En dan had je nog Jebèrke, dat was een fenomeen. Hij heette eigenlijk Jean-Hubert Hilven (° Rotem 1927), en hij had alles, ofwel zorgde hij dat hij het kreeg. Als je binnenkwam in de winkel Langstraat 3, had je een lange gang naar achteren. Onmiddellijk aan de rechterkant (waar normaal de voorkamer is) had je de winkel van vrouwe (Huber)tina (Rutten), die legde zich toe op huwelijkslijsten en huisgerief: potten, pannen, serviesgoed, glazen, thermoskannen… Daartegenover aan de linkerkant lag een kamer met doorlopend naar achter nog een tweede langerekte plaats, dat alles was de schatkamer van Jebèrke. Daar vond je op de rekken die van vloer tot plafond reikten nieuwjaarsbrieven, enveloppen, schoolgerief, nagels, gereedschap, punaises, je kon het niet bedenken of hij had het. En als je 10 nagels nodig had, dan kreeg je er 10 van Jebèrke. Die woog hij dan af, en dat was dat. Niet zoals tegenwoordig dat je een pakje van 100 moet kopen… Had je er 5 nodig, kreeg je er 5… Achter het huis, op de binnenkoer, daar had Jebèrke zijn fietsenherstelplaats in een klein stalleke. In de schuur naast het huis, achter de grote poort, stond het groot materiaal: fietsen, kruiwagens, tuingereedschap. Hij leverde ook gasflessen aan huis.

De Langstraat met links Jebèrke ergens in de jaren ’50.

Dikwijls fietste hij door het dorp of langs de Steenweg met één fles gas op de stang en één fles op het bagagerek achter, in een wankel evenwicht, maar hij kreeg het altijd voor mekaar. Jean-Hubert was niet groot van gestalte, maar kranig en een harde werker. Hij had altijd een blauwe stofjas aan en een zwarte baret of alpinopetje, zo’n platte vijg met een toetje op. De kleine iconische details die Bart van die winkel zijn bijgebleven zijn de chiclettenbakken links van de ingang, en een groot email reclamepaneel van de RVS verzekeringen op de binnenkoer bij de fietsenwerkplaats.

Jebèrke had vele talenten, dat hebt ge ondertussen al begrepen, en zo speelde hij ook grensrechter bij het voetbal. Met hem mocht je dan niet discussiëren want dan werd hij kwaad. Hij was heel streng en hij had altijd gelijk, daarvoor stond hij bekend bij voetbalclub Standard in Elen.

Dat Jebèrke competitie au sérieux nam mocht ook de voorzitter van de Schutterij Sint-Pieter ondervinden, de Fer. André Verheyen herinnert zich in zijn anecdotes over Café Heymans hoe men een meerdaagse koers op rollen georganiseerd had in de feesttent die stond in de weide tegenover de parochiezaal. Er zou op zondagavond afgesloten worden met een wedstrijd tussen Elerse dorpsfiguren die men tegen elkaar liet sprinten op de rollen. Daarvoor had men wat mensen aangezocht die in het verenigingsleven actief waren, maar de meesten bleken toch niet zo happig om deel te nemen. Voorzitter Fer had wel toegezegd. Ze plaagden hem wat daarmee en vroegen of hij dat wel aankon gezien hij toch niet meer van de jongsten was. Maar hij was vastberaden omdat het toch maar voor de “kloeterie” was, zoals hij het uitdrukte. Nu zaten er vier Elenaren van rond de zeventig op de fiets voor een spurtduel. Blijkbaar hadden ze toch afgesproken om het rustig aan te doen. Dat was echter zonder Jean-Hubert gerekend. Die vloog er van bij de start in alsof zijn leven er vanaf hing…

Jean-Hubert heeft het tijdelijke voor het eeuwige gewisseld in 2003.

De parochiezaal

De parochiezaal Sint-Jozef in de Langstraat was jarenlang het toneel van vele heuglijke festiviteiten. Ze werd opgetrokken in de jaren ’30 op grond geschonken door de familie Coenen (kanunnik Coenen, vermoedelijk leende die ook zijn voornaam aan het project) en werd uitgebreid in 1964. Die uitbreiding werd ingehuldigd in 1964, met ondermeer een optreden van het jongenskoor Were Di onder leiding van opa Hubert (foto).

Het was een soort polyvalente zaal, ter beschikking van het rijke verenigingsleven. De wanden waren bij de restauratie bekleed met blauwgrijze plastieken gordijnen. Er was een podium zodat er optredens konden plaatsvinden, theater of zang, maar er werden ook diners en soupers georganiseerd, carnavalszittingen, hobby- en missietentoonstellingen, en Bartje heeft er zelfs een tijdlang turnles gehad op de lagere school. De Sint checkte jaarlijks de plaatselijke jeugd in zijn grote boek, er werd gefeest, gehuldigd, vergaderd en getrouwd, er werden koffietafels gehouden na begrafenissen… Senioren-, jeugd-, sociale- en culturele verenigingen vonden er onderdak. Naast de eigenlijke zaal was er in 1964 een soort kantine en een keuken aan toegevoegd, waar de kinderen tijdens obligate “rondjes” vooral chocolade en chips verorberden terwijl de ouders de zoveelste koffie of pint tot zich namen.

De Langstraat met helemaal rechts de parochiezaal. De drie gratiën: Marie Therese Joosten, haar nichtje Martha Dezeure en Melanie Diris. In één van de volgende huizen aan de rechterkant (bij Mit?) was de Ziekenkas ondergebracht.
Van boven naar onder: Briljanten Viering KVLV 1986 (foto in de “kantine”), Vijftig jaar BGJG 1974, Gepensioneerdenfeest 1975.

De parochiezaal is in 2007 afgebroken na een rapport over de bouwvallige staat ervan. Enkele jaren later bouwde het gemeentebestuur het nieuwe gemeenschapscentrum naast het gemeentehuis.